Ontdekkingstocht door Oosterbeek

archief oud artikel 21 augustus 2008 Oosterbeek, Gelderland Het best bewaarde geheim van Gelderland. Dat is Oosterbeek, vindt Jan van Hooijdonk, eigenaar van restaurant Kleyn Hartensteijn. "Er heerst een spanningsveld in Oosterbeek. Willen we dit mooie gebied geheimhouden om de authenticiteit te bewaren of niet? Het gebied fungeert als overgang van de Veluwe naar de Betuwe. Het voelt alsof je in het buitenland vertoeft." Van Hooijdonk knipoogt: "Vertel het vooral niet verder."

Van Hooijdonk heeft hier een punt. Oosterbeek is nog steeds niet ontdekt door toeristisch Nederland. "Toeristen verdwalen hier met hun TomTommetje en komen er pas dan achter dat Oosterbeek meer is dan een dorpje bij Arnhem." Maar wat is er allemaal te beleven in Oosterbeek? DagjeWeg.NL zet de vier mooiste plaatsen op een rij.

Vertel het vooral niet verder.

Slapen in de Oude Herbergh

Kinderen zijn dol op pannenkoeken, maar ook volwassenen lusten er wel pap van. "Wij bakken ze nog lekker ouderwets: in de koekenpan." Eigenaresse Miranda van de Wetering spreekt enthousiast over Pannenkoekrestaurant de Oude Herbergh. Zij en haar man Sander namen het horecabedrijf drie jaar geleden over. "Het gaat erg goed. We horen alleen maar positieve reacties van bezoekers, vooral over de goede bediening en het lekkere eten."

Dat de Oude Herbergh een ambachtelijke plek is, ervaren gasten al bij de ingang. Het restaurant ziet er knus uit en heeft een interieur dat bijna volledig uit hout bestaat. Aan de muur hangen antieke frutseltjes om een gezellige sfeer te verwezenlijken. Daarnaast is het restaurant erg stijlvol, vooral door de nieuwe serre. "Deze bestaat pas een jaar, maar zit 's zomers regelmatig vol", vertelt Van de Wetering.

Wat mensen niet weten, is dat Pannenkoekrestaurant de Oude Herbergh meer serveert dan alleen pannenkoeken. "We hebben op onze kaart een uitgebreide keus aan salades, vis- en vleesgerechten. Dat werkt. Kinderen lusten graag een pannenkoek, maar ouders kiezen vaak voor een lekker biefstukje of een stukje saté." Als specialiteit van het huis raadt Van de Wetering pannenkoek De Oude Herbergh aan. Dit overheerlijke gerecht is gevuld met spek, ui, ham, champignons, paprika en kaas.

Wie genoeg heeft gegeten kan 's avonds overnachten. Van de Wetering: "Wij zijn tevens een Bed & Breakfast. Tjah, dat is tegenwoordig echt 'in'. Wij bieden niet de faciliteiten van grote hotels, maar houden het gezellig en persoonlijk. Wij maken graag een praatje met de gasten. Daarnaast kunnen zij zelf bepalen hoe laat ze willen ontbijten." De eigenaresse merkt dat mensen behoefte hebben aan Bed & Breakfasts. "Men zoekt het kleinschalige op. Daarnaast is het voordeliger dan overnachten in een hotel. Dat telt ook zeker mee."

Tuin de Lage Oorsprong

Vanuit de Oude Herbergh loopt er een weg steil naar onderen naar Tuin de Lage Oorsprong. De symphatieke en enthousiaste gastvrouw Mariëlle Kempen ontvangt bezoekers iedere woensdag en zondag met een persoonlijk verhaal over de prachtige tuin.

Mariëlle Kempen was in een vorig leven trainer in het bedrijfsleven. "Toen ik op een dag vanuit de oude tuinmanswoning naar buiten keek, waren bouwkundigen van het Openluchtmuseum de oude muur rondom de tuin aan het opmeten. Ze waren van plan om de muur naar het museum te verplaatsen, maar dit project bliezen ze voortijdig af. De muur was bouwkundig niet sterk genoeg", vertelt Kempen. "Ik raakte geïnteresseerd in de voormalige landgoedtuin, zocht de oude familie op, dook het archief in en richtte samen met Egbert Reerink de stichting Tuin de Lage Oorsprong op. In 2006 begon de restauratie en herinrichting van de tuin en sinds dit jaar zijn wij geopend."

Toen de gastvrouw de tuin een paar jaar geleden voor het eerst bekeek, trof ze een verwaarloosd geheel aan. "Begin vorige eeuw was Tuin de Lage Oorsprong bekend om de fruitbomen, bloemen en groenten. In 1944 raakte het landgoed zwaar beschadigd in de oorlog," legt Kempen uit. "De eigenaar verkocht de tuin aan de gemeente Renkum. Daarna raakte de tuin in verval."

Zestig jaar na de verwoesting leeft Tuin de Lage Oorsprong als nooit tevoren. Het ontwerp van landschapsarchitect Leonard Springer (1921) is uit de kast gehaald en aangevuld met nieuwe elementen die zorgen voor een frisse ervaring met genoeg stof om na te vertellen. De tuin bevat vele kamers. Iedere kamer heeft een bepaald thema. De pastelkleurige planten komen tot leven in de Engelse kamer, rozen produceren een heerlijk zoete aroma's in de geurkamer en er is ook een kruidentuin met mediterrane kruiden. "Kijk eens naar deze berceau." Kempen wijst naar een begroeide doorgang. "Volgend jaar is dit helemaal overwoekerd met rozen. Vroeger liepen dames door deze loofgangen heen. Dan werden ze niet bruin van de zon, dat was toen nog een modeideaal."

De tuin zelf biedt zoveel moois, dat de wereld even lijkt stil te staan. Zo is er een speciale lotusvijver, waar Kempen winterharde lotussen kweekt. En liefhebbers van bloemen? Die kunnen zich uitleven in het bloemenplukveld. Vanaf volgend jaar is het zelfs mogelijk om bessen te plukken, van theeberries tot kruisbessen.

Vanuit Tuin de Lage Oorsprong lopen bezoekers het omvangrijke landgoed in met de verrassende naam: De Lage Oorsprong. Aan het begin van het gebied welt water op uit de grond. Deze waterbron vormt een klein riviertje, die uitmondt in de Rijn. Langs de stroom liggen voet- en fietspaden, maar ook zijn er diverse bruggen om het water over te steken. De dammen produceren kleine watervallen. Kempen: "Kinderen kunnen in het ondiepe water spelen, terwijl ouderen lekker picknicken. Het romantische Engelse ideaal." Kempen heeft wel een tip voor bezoekers. "Neem stevige wandelschoenen mee of laarzen. Bij slecht weer is het bosgebied drassig."

De tuin breidt zich de komende jaren flink uit. Zo wordt er een Oranjerie gebouwd, waarin citrusboompjes worden gekweekt. "Verder hopen we nieuw leven in de oude kassen te blazen", vertelt Kempen opgewekt. "En er komt een groen forum met een tribune van gras." Eén ding is zeker: Tuin de Lage Oorsprong is in de groei. Kunstexposities, een verwilderde natuuromgeving en een fantastische tuin. Dit is de plek in Oosterbeek om tot rust te komen. Puur genieten!

Koninklijke maaltijd in Kleyn Hartensteyn

Naast Tuin de Lage Oorsprong ligt een fietspad die dwars door het prachtige natuurgebied gaat. Na tien minuten eindigen toeristen bij het Airbornemuseum. Naast dit museum ligt Brasserie Kleyn Hartensteyn. "Nou ja, we zijn tegenwoordig weer een restaurant", vertelt eigenaar Jan van Hooijdonk. "En we willen weer deel uitmaken van de culinaire top vijf van Arnhem en omstreken."

Het restaurant kent een interessante geschiedenis. Van Hooijdonk: "Net na de oorlog bouwde de gemeente een school achter dit gebouw. Om de school een mooi uitzicht op de Utrechtseweg te geven, besloot de gemeente om Kleyn Hartensteyn te slopen. De actiegroep Vijf Dorpen in 't Groen verzette zich hier tegen. Nu staan we op de Monumentenlijst. En de school achter dit gebouw? Die is alweer gesloopt!" Het restaurant is een paar keer geswitcht van thema. In de jaren '70 begon Kleyn Hartensteyn als een sjiek restaurant voor de culinaire subtop. Ruim tien jaar later veranderde het concept en werd het een brasserie. "We wilden het weer spannend maken. Een sjiek restaurant was niet exclusief meer in de omgeving", legt Van Hooijdonk uit. "En nu zijn we toch weer een restaurant."

Van Hooijdonk weet dat de kaart aan de dure kant is. "Uit eten gaan kost geld. Dat is nooit goedkoop. Maar als mensen het hier besteden, weten ze dat ze kwaliteit krijgen. Dat is toch het belangrijkste?"

De kaart ziet er vol en interessant uit. Persoonlijke favorieten heeft Van Hooijdonk wel. "Als voorgerecht raad ik de Lord Curzon aan. Dit is afgeleid van Lady Curzon, een beroemde schildpaddensoep. Omdat de jacht op schildpadden verboden is, hebben wij dat ingredient vervangen. Onze Lord Curzon bestaat uit dubbel getrokken Ossenstaartsoep met een koud laagje room en cherry. De combinatie van de hete soep, het koude room en de drank is pure verwennerij." En als hoofdgerecht? "De gebakken coquilles met Iberico-ham en biologisch varkensstoofvlees. Alles is bij ons biologisch. Het smaakt zoveel beter en wie in de materie duikt, beseft dat er geen andere keus is."

Van Hooijdonk is een geboren Arnhemmer, "maar sinds ik in Oosterbeek woon ben ik trots op de omgeving. Ik wil hier niet meer weg. Ik merk zelf dat ik met bezoek ga fietsen of wandelen. Ja, ik ben zelfs een beetje opschepperig." Wie een bezoek brengt aan het Airbornemuseum kan niet om het restaurant heen. Ook geschikt voor high tea's.

Hotel Dreijeroord op De Dreijen

Vlak naast station Oosterbeek ligt Hotel Dreijeroord. Het hotel bestaat sinds 1883, maar is pas sinds 1948 in handen van de familie Van der Straatten. Jan-Willem van der Straatten, kleinzoon van de eerste eigenaar, zorgt voor een sfeervol verblijf. Of mensen hier nu komen overnachten, dineren of een vergadering hebben. "Alles is hier mogelijk."

Van de buitenkant lijkt het hotel precies op een Zwitsers Chalet. De bonte kleuren doen gasten denken dat ze op wintersport zijn, terwijl de wapperende Zwitserse vlag dit sfeertje verder aandikt. De binnenkant ziet er indrukwekkend uit. Niet alleen is het gebouw heel ruim, ook is de oude stijl behouden. Eenmaal binnen voelt het alsof je 'buiten' bent. Zo kijkt de uitgestrekte serre uit op de beeldige tuin. Zelfs als het regent is het de moeite waard om vanuit het hotel de omgeving te observeren.

In het hotel verblijven regelmatig groepjes toeristen. Van der Straatten: "Binnenkort treedt Marco Borsato op in het Gelredome. Wij zorgen dan voor leuke arrangementen. Mensen vinden het heerlijk om eerst naar een concert te gaan en daarna te overnachten in ons hotel." Ook veel Engelsen kloppen bij Van der Straatten aan. "Dat krijg je toch in Oosterbeek, hè. De begraafplaats voor oud-militairen ligt hier om de hoek, dus het gebied trekt veel Engelse toeristen. Dit komt natuurlijk ook door het Airborne museum." Dit museum sluit in oktober haar deuren voor een periode van negen maanden. "Dan fungeert dit hotel als een soort tijdelijk museum", vertelt de eigenaar. "Zo worden dagjesmensen niet teleurgesteld als ze voor een dichte deur staan."

Van der Straatten geniet iedere dag van zijn vak. "Ja, ik ben er ingerold, maar ik zou me geen ander beroep kunnen wensen", vertelt de goedlachse eigenaar. "En de komende jaren willen we ons gaan uitbreiden, dus het wordt alleen nog maar mooier." De nieuwe ideeén zijn indrukwekkend. "Uiteindelijk gaat er een stoombad komen, met een solarium erbij. Dan verandert Hotel Dreijeroord in een soort centrum voor welness."

Na Hotel Dreijeroord eindigt de tocht bij station Oosterbeek, waar toeristen de trein kunnen pakken naar Arnhem of Ede. Oosterbeek en de verschillende ondernemingen laten een positieve indruk achter. De eigenaren praten vol lof over de andere bedrijven. Iets wat je niet zo snel tegenkomt in andere plaatsen. Maar om met de woorden van Mariëlle Kempen te spreken: alleen kom je nergens. Ook niet in Oosterbeek. En dat maakt dit gebied bijzonder. Heel bijzonder.

Redactioneel - Laatst gewijzigd: 2023-09-18 16:00:22 · Gepubliceerd: 21 augustus 2008 - 6730