» Let op: deze activiteit is voorbij «
Het Fries Museum presenteert bij de opening op 13 september 2013 een eigentijdse tentoonstelling over de Gouden Eeuw. Vijf sleutelfiguren uit de 17de-eeuwse Friese elite staan centraal, met hun persoonlijke kostbaarheden, ambities en geheimen. Journalist en polderdandy Jort Kelder laat zien dat begrippen als old boys network en musthaves van alle tijden zijn.
De Gouden Eeuw staat volop in de belangstelling. Ook in Friesland - in de 17de eeuw na Holland de rijkste provincie van de Republiek. Cultuur en economie werden bepaald door een kleine groep welvarende kooplieden, bestuurders en adel. In deze tentoonstelling worden vijf van hen op de voet gevolgd terwijl ze hun ambities proberen waar te maken: stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz (voorouder van onze koning), adellijke dame Sophia Anna van Pipenpoy, jurist en raadsheer Theodorus Saeckma, nouveau riche Hobbe Baerdt van Sminia en schilder Wybrand de Geest (de Erwin Olaf van zijn tijd).
Oud Geld toont in vijf zalen circa tweehonderd objecten. Hieronder zijn topstukken van het Friese erfgoed, zoals zeldzaam mooi borduurwerk in goud en zilver, kostbaar damast en voorname portretten van de Friese schilder Wybrand de Geest. Gebruiksvoorwerpen zijn te zien naast portretten van hun eigenaars. Dat maakt het Fries Museum zo uniek: hier vind je de mensen én hun spullen. Zo is naast een schilderij met een huwelijksreportage een paar schoentjes te zien dat waarschijnlijk op deze bruiloft heeft gedanst. De Gouden Eeuw komt letterlijk tot leven.
Het museum heeft society-expert Jort Kelder gevraagd om de bezoekers in te wijden in de wereld van het oude en het nieuwe geld. Hij legt ons uit dat begrippen als old boys network, nouveaux riches en musthaves van alle tijden zijn. Kelder is bovendien de eerste van een aantal gastconservatoren die een wisselpresentatie inrichten met gadgets van nu. Deze worden geplaatst naast hun 17de-eeuwse equivalenten: een huwelijksportefeuille met goudborduurwerk uit 1680 naast een damestas van Birkin, waarvoor mensen nu jaren op een wachtlijst staan.
Het ontwerp van de expositie is in handen van Menno Landstra, art-director en landschapsontwerper. Hij presenteert de 17de-eeuwse verhalen met de middelen van nu. De tentoonstelling heeft een eigentijdse sfeer, met de netwerken van onze vijf hoofdpersonen als plattegrond. Tientallen portretten fluisteren de bezoeker de laatste roddels in. De zilveren ‘Poptaschat’ wordt gepresenteerd als exclusieve gadget in een luxe shop-in-shop – waardoor zijn betekenis in de 17de eeuw op slag duidelijk wordt. Molensteenkragen en spletenmouwen worden in de presentatie afgewisseld met reclamefoto’s van Dior en Mulberry.
