» Let op: deze activiteit is voorbij «
De Hoornse kunstenares Sylvia Wybenga, winnares van de artistieke competitie ‘Wie is de nieuwe Westfriese Rembrandt’ is al enkele jaren gefascineerd door zand als medium voor beeldende kunst.
In de tentoonstelling Zand, die vanaf 20 december tot 8 maart in het Westfries Museum te zien is, is de bezoeker getuige van haar zoektocht naar het ultieme zandwerk, waarbij het letterlijk en figuurlijk onder de ogen van de kijker ontstaat en weer verdwijnt. Want dat is de essentie van het zandtekenen, het komt tot leven uit het niets en gaat weer naar het niets.
Creatieve guerrilla
Directeur van het Westfriesmuseum Ad Geerdink:†In de tentoonstelling Zand is Sylvia Wybenga op negen grote beeldschermen aan het werk te zien, prachtig in beeld gebracht door filmer Menno van Wees. De zand kunstwerken, wit zand op een pikzwarte ondergrond, ontstaan terwijl je staat te kijken. Het is een fascinerend schouwspel. Louter door Wybenga’s trefzekere hand transformeert een klein hoopje zand tot een krachtig en intiem naaktportretâ€.
Sylvia Wybenga raakte vier jaar geleden na het zien van het werk van de Oekraïense zandtekenares Xenia Simanova in de ban van het werken met zand.
“Het opmerken en overbrengen van beweging is de kern van mijn talentâ€, zegt de Hoornse kunstenares over haar werk. “Als ik het zand goed gebruik versterken de eigenschappen van het materiaal en die van mij elkaar. De essentie van het zandtekenen is immers dat het beeld niet wordt gefixeerd, zoals bij een schilderij, maar voortdurend transformeert. Een zandtekening bestaat bij gratie van beweging en de fantasie van de toeschouwer. Ik zie werken met zand als een soort creatieve guerrilla tegen verstarring en al te veel perfectionisme.
Ik heb plezier in dat schakelpunt, waar begint de tekening en waar is het alleen zand? Ook de destructie, het met één veeg laten verdwijnen van het beeld, geeft me voldoening, meteen doemt er een nieuw beeld op, met nieuwe kansen. Een zandtekening komt immers tot leven uit het niets en gaat ook weer naar het niets. Omgaan met dat vergankelijke, imperfecte en bescheidene, juist dat trekt me aan in het werken met zandâ€.
Zandwiel
Sylvia Wybenga gebruikt zand op verschillende manieren. Allereerst op een hele grafische manier. Monochroom met nuances van licht naar donker. Hiervoor gebruikt ze wit zand op een zwarte achtergrond, zoals bij de naaktstudies in de expositie. Het omgekeerde effect gebruikt Wybenga in theatervoorstellingen . Dan tekent ze met zand op een lichtbak, waarbij de tekeningen als bewegende schaduw op een lichte ondergrond geprojecteerd worden.
De kinetische toepassing van zand wordt in de tentoonstelling gesymboliseerd door het Zandwiel, een installatie van drie jonge ontwerpers, Jesse Hoeksema, Titus Wybenga en Joost Dingemans, die onder de naam de Staalslagers bewegende kunstinstallaties maken voor festivals.
De installatie bestaat uit een groot metalen wiel waaraan de bezoeker zelf mag draaien, waardoor zand naar boven wordt getransporteerd dat vervolgens als een zandgordijn naar beneden valt. Door dit vallende zand te belichten ontstaat er een beïnvloedbaar spel van schaduw en licht op de muur.
Zandijs
Naast het modeltekenen met zand houdt Sylvia Wybenga zich ook bezig met live zandanimatie. Samen met verteller Henk Dekker en pianist Tijn Wybenga werkt ze momenteel aan de uitvoering van het door Janna Lathouder speciaal voor de expositie geschreven zandvoorstelling Zandijs, die in de voorjaarsvakantie, van 21 februari t/m 1 maart 2015 diverse malen in het museum zal worden opgevoerd. U kunt daarvoor al plaatsen reserveren!
In de tentoonstelling zelf is Sylvia Wybenga als live zandtekenaar in actie te zien tijdens een registratie van de uitvoering Verlopen Stilte, een muziekstuk voor strijkers, hoorn, klarinet, percussie en zand, gecomponeerd door Tijn Wybenga en uitgevoerd door studenten van het Conservatorium van Amsterdam. Een stuk dat gebaseerd is op het verhaal van een Russische militair die na afloop van de Eerste Wereldoorlog naar huis terug keert en onderweg denkt aan thuis, de oorlog en zijn overleden kameraden. Tijn schreef het in augustus 2014, toen de verschrikking van de oorlog zo dichtbij kwam.