Underground, American Avant-Garde Film (1960s)




Dansende bruggen, introspectieve dagboekfragmenten en dromerige stopmotions – het zijn voorbeelden van experimenten die een losse verzameling van avant-gardemakers aangingen in de jaren zestig in de Verenigde Staten. Het doel: de ketenen van Hollywood en de dominante filmindustrie afschudden en een eigen voedingsbodem creëren voor filmmakers op zoek naar vrijheid en experiment. In de tentoonstelling Underground: American Avant-Garde Film in the 1960s toont Eye de breedte die kenmerkend is voor deze periode van discipline-overschrijdende filmexperimenten: van onafhankelijke, eigenzinnige films voor in de (zelfbeheerde) bioscoop tot expanded experimenten, zoals Andy Warhols acht uur durende Empire (1964) of Stan VanDerBeeks imposante 11-kanaals installatie Movie Mural (1965-1968), die voor het eerst in Nederland te zien zal zijn.

Het statement van cineast Jonas Mekas, woordvoerder van de New American Cinema Group, vatte de toon van deze golf aan nieuwe filmmakers pakkend samen: “We willen geen valse, gepolijste, gladde films – we geven de voorkeur aan ruwe, ongepolijste, maar levendige films; we willen geen rooskleurige films – we willen de kleur van bloed.” Het voorbeeld dat ze stelden en het manifest dat ze optekenden, zou een diepgaande en blijvende invloed hebben op verschillende generaties filmmakers in Amerika en daarbuiten. De tentoonstelling blijft dicht bij de bron van deze underground-beweging, toont de opkomst van de experimentele cinema in Amerika en de oprichting van collectieven die vanaf het begin van de jaren zestig actief waren zoals New American Cinema Group en de Film-Makers’ Cooperative in New York, Fluxus en Canyon Cinema in San Francisco.

De underground-filmmakers wilden breken met de belemmerende en conservatieve regels van de mainstream cinema. Ze zochten de grensgebieden van film, dans, fotografie, poëzie, literatuur en beeldende kunst op en daagden het medium op allerlei manieren uit. Er werd op film gekrast, films werden dubbel belicht, met meerdere beeldschermen naast elkaar vertoond, enzovoorts.

De sociaal-maatschappelijk onrust van de jaren zestig klonk door in veel films. Zo biedt Carolee Schneemanns Viet-Flakes (1965) een alternatieve blik op de gruwelijke realiteit van de Vietnamoorlog, geeft Bruce Conner aan de hand van nieuwsberichten over de moordaanslag op JFK een bijtende kritiek op het consumentisme en onderzoekt Storm De Hirsch in Third Eye Butterfly (1968) optische illusie en spiritualiteit.

Underground toont werken van Bruce Baillie, Stan Brakhage, Maya Deren, Shirley Clarke, Bruce Conner, Storm De Hirsch, Jonas Mekas, Marie Menken, Gunvor Nelson, Yoko Ono, Stan VanDerBeek en Andy Warhol. Blow-ups en fysiek en origineel materiaal uit die tijd, zoals uitnodigingen, posters, foto’s, persoonlijke notities en brochures, schetsen de sfeer en tijdsgeest van de periode. De tentoonstelling is gecureerd door Jaap Guldemond, Director of Exhibitions, en Mark Paul Meyer, senior curator van de Eye-collectie.

De tentoonstelling gaat verder in de filmzalen van Eye. Hier worden de bekendste en langere 16mm-films van toonaangevende makers uit de underground-scene gedraaid. De programma’s verkennen ook de internationale context en belichten de blijvende impact en invloed van de New American Cinema buiten de Verenigde Staten en slaan een brug naar nu. Tijdens de Amerikaanse verkiezingsnacht (5 november 2024) onderzoeken bijvoorbeeld diverse sprekers hoe de groepen in de jaren zestig politieke kwesties aankaartte en hoe die aansluiten bij het huidige politieke klimaat.

Een speciale spotlight wordt gezet op de psychedelische film – een belangrijk thema in het Amerika van de jaren zestig, dat momenteel een ware revival beleeft. Psychedelica zijn bovendien onlosmakelijk verbonden met het ‘vrije’ karakter van Amsterdam. Een samenwerking met de Universiteit van Amsterdam.

 Bezoek www.eyefilm.nl

Foto: Eye Filmmuseum.
Foto: Eye Filmmuseum.
Foto: Eye Filmmuseum.
Foto: Eye Filmmuseum.