Met haar gestileerde werk maakt Julie de Graag (1877-1924) kleine onderwerpen als dieren, landschappen, bloemen en planten groots. Op het moment dat ze haar eigen stijl al ver heeft ontwikkeld, staat M.C. Escher pas aan het begin van zijn carrière.
Na haar opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag specialiseert De Graag zich in grafiek. Een brand in haar atelier in 1908 verwoest echter een groot deel van haar vroege werk. Ondanks deze zware tegenslag keert ze na een tijd terug naar de grafische kunst. Met strakke en rake lijnen heeft De Graag het talent om in haar werk de essentie de natuur en mens te vangen op papier. Een mooi voorbeeld van haar nauwe observaties van de natuur is Twee uilen (1921), waar de voorste vogel een waakzame en verdedigende uitdrukking heeft ter bescherming van de meer angstige uil erachter. Ook maakt ze portretten, onder meer van de bekende kunstadviseur Henk Bremmer.
Hoewel ze sterk is in zwart-wit, kiest De Graag ook vaak felle kleuren en werkt ze op relatief klein formaat. Haar persoonlijke worstelingen en de impact van de Eerste Wereldoorlog verwerkt ze ook in haar prenten. Steeds vaker kiest ze voor meer verstilde onderwerpen. Meer en meer twijfelt ze aan haar kunnen, een gedachte die uiteindelijk de overhand krijgt en maakt dat ze zich van het leven berooft. Julie de Graag overlijdt op 2 februari 1924.
Met deze tentoonstelling wil Escher in Het Paleis de aandacht vestigen op Julie de Graag en haar bijdrage aan de kunst, binnen de context van de prenten van medegraficus M.C. Escher. De schoonheid en diepgang van haar grafische werk, dat de rijke natuur en de essentie van het leven verbeeldt, maakt haar werk een plezier om naar te kijken. Door Julie de Graag in de schijnwerpers te zetten, krijgt haar werk eindelijk de erkenning die het verdient.