In Presence laat Plaum de bezoeker afdalen in haar poëtisch universum, waarin ze onze waarneming op losse schroeven zet. Pas als je gaat twijfelen, stuit je op een onbetwistbare waarheid: twijfel zet je aan tot observeren en laat je ervaren dat je bestaat.
Plaum verbindt haar driedimensionale maquettes, geschilderde voorstellingen en het fotografische platte vlak met elkaar in illusies. In deze illusies hanteert ze de regels van de paradox: oppervlakte en dieptebeleving wisselt ze af en de achtergrond maakt ze tot voorgrond; schaduwen worden tastbaar en lijken te bewegen. Plaum voert de kijker zo mee van verzonnen naar bestaande ruimtes en andersom. Door opzettelijke imperfecties die zichtbaar zijn in het werk, wordt duidelijk dat de elementen met de hand gemaakt zijn. Even brengt dit de kijker terug naar het beginpunt van het werk, het moment waarop het door de kunstenaar gemaakt werd.