» Let op: deze activiteit is voorbij «
Spoorwegmuseum tussen wal en schip
Op woensdag 13 oktober start de tentoonstelling ‘Sporen over Zee’ in Het Spoorwegmuseum te Utrecht. De tentoonstelling gaat over de ‘boottreinverbinding’ tussen Nederland en Groot-Brittannië. Aan de hand van persoonlijke verhalen van reizigers vertelt ‘Sporen over Zee’ de geschiedenis van het reizen per trein en boot vanaf Hoek van Holland en Vlissingen van 1875 tot nu. ‘Sporen over Zee’ loopt van 13 oktober 2010 t/m 14 augustus 2011.
Door samenwerkingsverbanden tussen scheepvaart- en treinmaatschappijen ontstond er in de 19de eeuw een gecombineerde boottreinverbinding tussen Nederland en Engeland. Reizigers konden vanaf elk station in Nederland een combinatieticket boeken voor trein èn boot waardoor de reis eenvoudiger en minder tijdrovend werd.
In de tentoonstelling ‘Sporen over zee’ is in Het Spoorwegmuseum te zien hoe deze boottreinverbinding zich sinds 1875 heeft ontwikkeld. De tentoonstelling begint in het reisbureau waar affiches, oude advertenties en dienstregelingen de bezoeker terug in de tijd brengen. Op het perron staat de kapitein van het eerste schip dat in 1875 vertrok, hij toont de persoonlijke logboeken van reizigers die de reis ooit maakten. Via de douane komt de bezoeker bij de boeg van een levensgroot schip waar foto’s, modellen, affiches en collectiestukken een aantal thema’s belichten waaronder toerisme, landverhuizingen, scheepsrampen en kindertransporten. Deze thema’s schetsen een beeld van de hoogtijdagen van de boottreinverbinding, maar laten ook zien hoe deze soms in economisch zwaar weer verkeerde.
Voor ‘Sporen over Zee’ werkt Het Spoorwegmuseum samen met het National Railway Museum in York en het Reddings- en Veerdienstmuseum Jan Lels in Hoek van Holland. Onder de naam ‘Once upon a tide’ startte in het voorjaar in York een tentoonstelling over de boottreinverbinding van Groot-Brittannië naar Nederland en verder. In Het Spoorwegmuseum gaat de tentoonstelling over de tegengestelde route van Nederland naar Engeland.
