Drents natuurgebied biedt gevarieerde natuur
15 september 2008 bijgewerkt: 17 maart 2020 Dwingeloo, Drenthe Nationaal Park Dwingelderveld wordt komende jaren natter. De anti-verdrogingsmaatregelen moeten voor meer diversiteit in het natuurgebied zorgen. "In 2007 broedde hier voor het eerst een paartje zeldzame kraanvogels."
Moeiteloos stuurt Albert Henckel zijn mosgroene boswachtersauto over het rulle zandpad. De geboren Groninger kent het Dwingelderveld als zijn broekzak. Samen met Natuurmonumenten beheert Staatsbosheer het natuurgebied, even groot als bijna tweeduizend voetbalvelden, 3700 hectare. Door de tientallen typische vennetjes verschilt het Dwingelderveld nogal van de Veluwse heidegebieden. De scherpe blik van Henckel ontgaat maar weinig in het prachtige natuurgebied. Natuurmens als hij is, speurt hij bijna automatisch de heide af naar vogels, zoogdieren en mensen. Wandelaars en fietsers groet hij vriendelijk. Menig dier ontgaat zijn blik niet.
"Even kijken van wie die auto is", zegt terwijl hij zijn auto het zandpad naast de weg in stuurt. De groene auto blijkt luttele minuten later van een collega te zijn. Gerustgesteld keert hij zijn voertuig. Terug naar de natuur. Als het aan de plannenmakers van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, de twee natuurorganisaties die het Dwingelderveld in beheer hebben, ligt, ziet het natuurgebied er over een aantal jaren anders uit. Althans, een groot gedeelte. In november 2007 werd - na veertig jaar - de laatste boer uitgekocht. Het was groot nieuws in de landelijke media. "De natuurorganisaties en de paar boeren hebben jarenlang in goede harmonie met elkaar samengeleefd", zegt Henckel. "Vaak denken mensen onterecht dat we grote onenigheid hebben. Gelukkig is dat niet zo."
Veenbesparelmoervlinder
Toch is niet alles koek en ei in het gebied. Enkele zeldzame vlindersoorten verdwenen onlangs. "Helaas is het prachtige veenbesparelmoervlinder hier niet meer te vinden. Jammer! Ook een andere vlinder: het veenhooibeestje is helaas verdwenen", betreurt de boswachter. Henckel weet nog goed dat ze in het gebied rondvlogen. Een schrale troost: enkele veenbesblauwtjes vliegen nog wel rond in het Drentse natuurgebied. Andere soorten als het bont zandoogje zijn plotseling massaal aanwezig.
Oude luister
Waar vroeger de hunebedbouwers rondzwierven, zwerven nu Henckel, zijn collega’s en toeristen rond. Nog steeds zijn sporen uit het verleden te zien: in de Boerdennen, bij het Smitsveen en bij het Koelevaartsveen liggen nog grafheuvels. Ooit bestond het Dwingelderveld niet. Tenminste, niet in deze vorm. Aan het begin van de twintigste eeuw bestond Drenthe voor een groot gedeelte uit 'woeste gronden', uitgestrekte heide- en hoogveengebieden met weinig economische waarde. Jac. P. Thijsse vond begin twintigste eeuw het heide- én bosgebied de moeite waard om aan te kopen. Sindsdien voeren Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten de scepter. Ze proberen het gebied weer in oude luister te herstellen.
Boer
Nu de laatste boer weg is, hebben de beheerders alle ruimte om hun plannen uit te voeren. Al zal het nog wel even duren voor het heidegebied daadwerkelijk veranderd is. Het kaartje op de laptop van Henckel geeft een impressie hoe het natuurgebied er rond 2050 uitziet. Vergeleken met de huidige kaart verandert er nogal wat. Wat nu nog akkers zijn en boerenland is, is dan heide. De Dwingelose heide wordt daarmee weer groter. Wat nu nog productiebos is, is dan een afwisselend gebied. Voornamelijk heide met hoogveen, afgewisseld met gevarieerd bos. "Het bos is ooit aangeplant om Nederland van hout te voorzien. Nu het gebied een nationaal park is zij, is dat niet meer zo nodig. We kunnen nu nog meer ruimte voor natuur creëren." Als het natuurlijke waterpeil door het dempen van sloten is hersteld, kan het bos gevarieerder worden, bestaande uit hoofdzakelijk inheemse boomsoorten.
Natter
Een andere ingrijpende verandering is het weghalen van de Kraloërweg, de doorgaande weg die de fraaie heide dwars doorsnijdt. "Helaas zijn veel mensen niet voor het weghalen van de weg. De weg naar Ruinen is een mooie sluiproute." Mensen kunnen nu vanuit de auto het heidegebied zien, zegt Henckel. "Maar dat is natuurlijk minder wenselijk. De bedoeling is dat het asfalt een zandweg wordt met een vrijliggend fietspad. Hierdoor verdwijnt het ‘blik’ van de heide." Doel van de veranderingen is om het Dwingelderveld natter te maken. Daardoor moet natuur nâg gevarieerder worden en weer iets van zijn oorspronkelijke schoonheid terugkrijgen waar Jac. P. Thijsse het gebied ooit om roemde. Planten als zonnedauw, klokjesgentiaan, veenmossen en moeraswolfsklauw moeten door veranderingen in het gebied meer mogelijkheden krijgen. Ook vogels als veldleeuweriken en wulp moeten in de toekomst weer in grote getale te bewonderen zijn.
Kraanvogels
Desondanks: de soortenrijkdom van het gebied is nu al groot, aldus Henckel. "Dit jaar broedden hier voor het eerst een paartje kraanvogels." Het vervult Henckel met trots: dat de statige vogels in Nederland broeden, is een zeldzaam verschijnsel. Hij is nog niet uitgesproken of z'n woorden worden gelijk bewezen. "Kijk, een vos", roept hij. Even later worden zijn woorden nog eens met kracht onderstreept als een klapekster, een schaarse wintervogel, voor de auto uit vliegt. "Elke winter zijn ze hier te vinden", weet Henckel. Even later ontdekt hij elders op de heide nog een exemplaar van de fraaie zwart-grijs-witte zangvogel. Henckel, enthousiast: "Kijk, daar vliegt weer een klapekster." De vogel, die even later in een boomtop gaat zitten, heeft het goed naar z'n zin. Eten genoeg.
Veel te doen rond Dwingelderveld
Wie een dagje uit gaat naar het Dwingelderveld, moet weten dat er ââk in de nabije omgeving veel te doen is. Een ander natuurgebied niet zo heel ver bij het Dwingelderveld vandaan, is het Fochteloërveen. Dit is eveneens een hoogveengebied waar het prachtig wandelen is. Hier hebben bezoekers bovendien nâg meer kans om kraanvogels te zien dan in het Dwingelderveld. In 2007 broeden hier volgens Henckel wel drie broedpaartjes. Een uitkijktoren biedt er de gelegenheid rond te speuren naar de reigerachtige vogels. Dichterbij het Dwingelderveld kan men nâg verder kijken: in het nabijgelegen Planetron kunnen bezoekers naar sterren en sterrenbeelden kijken. Ideaal na een bezoek aan het natuurgebied. Ook overdag is het de moeite waard om te bezoeken. Er is van alles te leren over planeten, sterren, de zon en de maan. Bij tijd en wijle zijn er speciale avonden om de hemel te bestuderen. Wel met het donker gaan!
Reportage - Laatst gewijzigd: 2020-03-17 12:26:30 · Gepubliceerd: 15 september 2008 - 6680