Een levende geschiedenis van een lieflijk watersportstadje
archief oud artikel 10 mei 2010 Geschiedenis Sneek, Friesland Het kloppende watersporthart van Friesland; dan hebben we het natuurlijk over Sneek! Maar behalve water kent dit prachtige stadje een boeiende geschiedenis. Wandelend, onder leiding van een bevlogen stadsgids, luisteren we niet naar een saaie geschiedenisles, maar naar een levendig verhaal vol anekdotes.
Voor iedere toerist in Friesland is Sneek een absolute must! Het is één van de elf steden van de Elfstedentocht, en elk jaar trekt het stadje duizenden bezoekers met de Sneekweek. In de binnenstad van Sneek wandelen we over kinderkopjes langs de vele grachtjes. Het is mooi weer en de terrasjes vullen zich langzaam met zonaanbidders. Herenhuizen, de Martinikerk en de Waterpoort, wat schuilt er achter deze gevels? Stadsgids Sietze de Jong vertelt het graag. Hij schrijft veel over de geschiedenis van Sneek en geeft rondleidingen door de stad. “De geschiedenis van Sneek is niet beschreven, dus ik heb zelf heel veel uitgezocht en in een soort syllabus gebundeld. Dus je hebt vandaag een goede getroffen”, zegt de Jong trots.
Sneker adel
Vlak voor het VVV-kantoor zien we behalve mooie gebouwen, niets wat aan de geschiedenis van de stad herinnert. Maar de stadsgids leidt ons meteen mee naar de veertiende eeuw. In die tijd lag op de plaats waar wij staan een dijk: de Hemdijk. Deze dijk werd aangelegd om het water van de Middelzee zuiver te houden van het veen, dat achter de dijk begon. De adel zat graag vooraan en bouwde grote stenen huizen op de dijk. Deze zogenaamde stinzen zagen er uit als kasteeltjes met een poort en een binnentuin. De Jong wijst naar het huis: "Dat is de Gruytersmastins, je ziet het nog aan de vooruitstekende erker." Hoewel we een gewoon mooi herenhuis zien, is het niet moeilijk voor te stellen hoe de adel hier vroeger paradeerde. Voor ons rijst het stadhuis van Sneek op. Voor het kleine huisje wat vroeger dwars op de dijk stond is in 1550 een stadhuis gebouwd. Maar zo groot als nu was het toen nog niet. Gerben Nauta ontwierp een bordes en vijftien jaar later werd er een verdieping bovenop geplaatst. Ook werd de huidige gevel in rococo-stijl ervoor geplaatst. Rococo is een meubelstijl in Zuid-Europa, die in Nederland bijna niet te vinden is.
Ter snake gaan
We wandelen verder naar het oudste gedeelte van de stad. Sneek ontstond ergens tussen 1050 en 1100 op een natuurlijke strandwal. Hier stond ooit een klein tufstenen kerkje met daaromheen een paar huizen. Omringd door het water was Sneek in die tijd een schiereiland. Als Snekers naar huis gingen zeiden ze niet: "Ik ga naar huis", maar: "Ik ga ter snake". Dit betekent 'uitstekende punt', wat sloeg op het schiereiland. Waarschijnlijk ligt hier de oorsprong van de naam Sneek. Het tufstenen kerkje maakte in 1498 plaats voor een bakstenen kerk, de Grote of Martinikerk. Oorspronkelijk stond aan weerszijden van de kerk twee torens, die even hoog waren als het dak van de kerk, waardoor het leek alsof de kerk drie torens had. Maar door de zwakke ondergrond zakten in 1681 de torens in. Onze stadsgids heeft twijfels bij deze verklaring, want de kerk is immers op dezelfde ondergrond gebouwd en staat er nog steeds. Naast de kerk staat een losse klokkentoren, om de kerkgangers op te roepen voor de kerkdienst. De Jong noemt het met een knipoogonze campanile. In Italië zijn veel van deze losstaande klokkentorens te vinden. In Enkhuizen staat er ook één. Op het dak van de kerk bevindt zich het grootste carillon van Friesland met 50 klokken, met een totaalgewicht van 7,5 ton.
Waterpoort
Om de wateren in Sneek te beveiligen waren er 5 waterpoorten in de stad. De laatst overgeblevene is de Hoogendster Pijp, nu beter bekend als de Waterpoort. Van de vijf was dit de enige met een zogenaamde loggia erbovenop. Deze is pas in 1613 geplaatst, maar de brug was er al 150 jaar eerder. Tot 1840 woonde er een poortwachter boven in de poort. Iedere avond om tien uur sloot hij de poort door een balk over het water, voor de poort te schuiven. 's Ochtends om zes uur haalde hij de balk weer weg en voeren de schepen weer ongehinderd de stad binnen. Een mooi baantje? Nou, dat viel wel mee: de poortwachter kreeg geen loon, en moest naast zijn poortwachterswerk nog een ambacht uitoefenen.
Alle handelslieden uit het zuiden hadden een prachtig zicht op de Waterpoort, wat eigenlijk het teken van welstand was. Het had maar een haartje gescheeld of de poort was er niet meer geweest. De nieuwe stoomschepen konden niet meer onder de poort door en er gingen stemmen op voor de sloop van het bouwwerk. Gelukkig was niet iedereen het hier mee eens en in Den Haag zochten de tegenstanders steun voor het behoud van de Waterpoort. Er kwam geen geld, maar er werd wel een fonds opgericht: de voorloper van het huidige Monumentenzorg. De Waterpoort en vele andere monumenten zijn hierdoor behouden!
St. Martinuskerk
Over het Grootzand, waar vroeger de handelsroute Steenwijk-Franeker lag, lopen we naar de tweede St. Martinuskerk. Nadat de rooms-katholieke gelovigen tijdens de Reformatie verjaagd waren uit de Martinikerk vluchtten ze naar een boerderij. Deze werd verbouwd tot kerk. Gelukkig had deze parochie een wel heel vermogend lid, Egon Hollander. Hij schonk een deel van zijn vermogen aan de kerk, in totaal 312.000 gulden. En dat in een tijd waarin je een huis kocht voor 3000 gulden! Helaas is een door architect Cuypers ontworpen toren nooit gebouwd. Cuypers ontwierp ook het Centraal Station in Amsterdam. Rond 1900 leende Dr. Bouma 100.000 gulden van de kerk en stichtte daarmee het St. Antonius Ziekenhuis. Na 40 jaar betaalde hij het geld weer terug, maar wat er toen mee gebeurd is? Alleen de pastoor weet het...
C&A, de wortels liggen in Sneek
C&A, iedereen heeft wel eens een filiaal van binnen gezien. Ooit geweten dat dit succesvolle bedrijf begon in het Friese Sneek? Stadsgids Sietze de Jong verrast ons met een verhaal over de gebroeders Brenninkmeijer. "De twee jongens kwamen in het voor- en het najaar langs de boerinnen van Sneek met hun mooie stoffen. Zijde en andere luxe materialen hadden we hier niet, dus ze verkochten genoeg. Maar met hun verdiende geld vertrokken ze weer naar Duitsland. Dat wilde de gemeente Sneek graag anders zien, en de gemeente bood de broers een pand aan, zodat ook zij schoorsteenbelasting moesten betalen. Daar gingen ze op in en zo werd het bedrijf C&A geboren." Het eerste filiaal opende in Leeuwarden.
Fryske boter, het kleinste winkeltje en de wip
Midden in het centrum van Sneek staan we op het Schaapmarktplein. Eigenlijk staan we hier op water, want het plein is hol, legt onze stadsgids uit. Op het plein staat ook het kleinste winkeltje van de stad. Dit huisje hangt tussen twee huizen in over het water. De Jong: "Als er iets met de muren van de buurpanden gebeurd gaat het winkeltje er aan." We lopen verder op het Leeuwenburg. De Snekers noemen dit zelf de Wip. Waarom? Dat weet de stadsgids natuurlijk ook! "De schepen met de Friese boter losten hier hun vracht met een heel simpel kraantje, met twee armen. Met een tegengewicht tilde het kraantje de boter uit het schip. Het stond dus hele tijd op en neer te wippen. Vandaar de naam." In de Waag een paar meter verderop werd maar liefst 40 procent van de Friese boter gewogen!
Uiteindelijk eindigt de wandeling weer waar we begonnen. Op de route kwamen we nog veel meer interessante dingen tegen, waarover de stadsgids wel uren kan vertellen. Wilt u alles weten over Sneek? Reserveer dan ook een stadsgids bij het VVV-kantoor in Sneek.
Foto 1. Gracht aan het Grootzand, Sneek. Foto's: Grytsje Anna Pietersma Foto 2. Uitzicht vanaf de Waterpoort. Foto 3. Stadhuis Sneek. Foto 4. Grote of Martinikerk in Sneek. Foto 5. De St. Martinuskerk. Foto 6. Beeld van één van de gebroeders Brenninkmeijer.Reportage - Laatst gewijzigd: 2023-07-26 14:36:56 · Gepubliceerd: 10 mei 2010 - 6048