Jachthuis Sint Hubertus uniek museum in het bos
13 juni 2014 bijgewerkt: 14 januari 2021 Cultuur Otterlo, Gelderland Vanuit de lucht lijkt het net een stilistisch hertengewei, van voren is het een imposant en statig landhuis. Jachthuis Sint Hubertus vertelt het verhaal van een rijke ondernemer en zijn vrouw die hier te midden van een groot en donker bos de rust vonden die zij nodig hadden. Welkom in het voormalige thuis van Anton en Helene Kröller-Müller, wat onlangs opnieuw opende na een grondige restauratie.
Anton en Helene worden ook wel de hoeders van Nationaal Park De Hoge Veluwe genoemd. Hij was een rijke ondernemer, zij de grondlegster van het Kröller-Müller Museum. Vanaf hun laatste rustplaats op de zuidhelling van de Franse Berg houden de twee het park altijd nog een beetje in de gaten. "Anton kwam graag op de Veluwe om te jagen", vertelt de gids die ons vandaag alle details over het Jachthuis vertelt. "Hij heeft het Jachthuis Sint Hubertus laten bouwen om daar zijn relaties te ontvangen. Maar uiteindelijk zijn Anton en Helene er zelf gaan wonen."
Architect
Het huis is ontworpen door architect H.P. Berlage. Alles in het interieur is op elkaar afgestemd en symmetrie was voor hem erg belangrijk. Staat er rechts een beeld? Dan ook links. Het ontwerpen van een architect houdt tegenwoordig op bij de buitenkant, maar Berlage liet ook zijn scepter langs het meubilair gaan. De gids houdt een groot kleed, waar de eettafel op staat, omhoog. Daaronder is een groot kaal vlak te zien, zonder tegels. "Dit heeft Berlage met opzet gedaan zodat de inrichting die hij bedacht had voor het huis nooit kon veranderen." Schilderijen zijn permanent vastgemaakt aan de muur met bouten en de plek van grote kasten wordt gemarkeerd met tegeltjes waar de poten op moesten staan. Een oplettende bezoeker merkt op: "Maar onder de stoelen zitten wieltjes, die mochten dus wel verschoven worden." De scepter van Berlage verdween tijdens het bouwen steeds meer naar de achtergrond door de bemoeienissen van het echtpaar. Dit heeft ervoor gezorgd dat Henry van de Velde zijn werk uiteindelijk overnam.
Moderne snufjes
"Anton was best een patser", vertelt de gids. "Daardoor zijn door het hele huis allerlei moderne snufjes te vinden." Dat begint al in de hal met centrale verwarming en een lift. Met die lift kwam je bovenin de toren, waar Helene graag een kopje thee dronk. Dat kopje thee moest dan wel met de trap worden gebracht. Want werknemers mochten van Helene de lift niet gebruiken. "Dat klinkt nu heel verwaand, maar dat moet je wel in de tijdgeest van die periode zien", zegt de gids. Ook met de klokken in het huis is iets aparts aan de hand. Elke klok stond gelijk met de klok van Jacob de butler. Zo kon niemand zeggen dat zijn klok niet goed stond. Dit was voor die tijd heel vooruitstrevend.
Heimwee
Helene en Anton hadden beiden hun eigen interesses en behoeften. Zo zat Anton graag in zijn rookkamer met vrienden en zakenrelaties. Deze kamer kenmerkt zich door de kleine raampjes. "Anton wilde namelijk niet afgeleid worden door wat er zich buiten afspeelde. De ramen in de theekamer van Helene zijn juist heel groot. Zij genoot van het uitzicht" Ook andere aspecten in deze kamer maken de ruimte echt het plekje van Helene. De stoelen bijvoorbeeld zijn klein. Helene was zelf maar 1.54 meter groot en door de kleine stoelen zat iedereen op haar niveau. De kachel in de kamer is een Duitse tegelkachel. Helene had soms erge heimwee naar haar vaderland Duitsland en zo voelde ze zich weer even thuis.
Drie kwartier mogen bezoekers even ruiken aan het luxe leven dat Anton en Helene in het Jachthuis hadden. Mannen zien zichzelf al zitten met een grote sigaar en een boek, vrouwen mijmeren over een kopje thee met uitzicht over de prachtige vijver. Het huis is een museum op zich, of zoals Helene het noemde, een monument van architectuur.
Reportage - Laatst gewijzigd: 2021-01-14 12:05:01 · Gepubliceerd: 13 juni 2014 - 5314