Maximaal 15 procent van de bomen gaat weg
archief oud artikel 5 november 2007 Wassenaar, Zuid-Holland Het dennenbosgebied van landgoed Duinrell in Wassenaar krijgt een grote opknapbeurt. Het aantal bomen wordt met maximaal 15 procent verminderd. Hoewel de eerste bomen half oktober al gekapt zijn, gaat vanaf maandag de kap echt van start.
De uitdunning van het bosgebied, in 1890 aangelegd door toenmalig eigenaar baron van Pallandt, is nodig om het bosgebied te verfraaien, zegt Duinrell. "Aan de westzijde van de zogenaamde Duinsloot ligt een smalle strook met eeuwenoude eiken en in het oogspringende beuken. Deze strook grenst aan de hier en daar steile duinvoet waarachter de dennenbossen liggen. Al enige malen werd in dit gebied dunning toegepast waardoor er, in tegenstelling met het verleden, een gemengd bos met ondergroei is ontstaan", legt Duinrell uit. Vanaf maandag wordt dat stuk bos wederom uitgedund. Zo'n 10 tot 15 procent van de bomen moet gekapt worden. Door de kap moet een gevarieerder bos ontstaan.
Broedseizoen
Het is de bedoeling dat voor het broedseizoen alle bomen gekapt zijn. Als het meezit is de klus mogelijk voor de Kerst al geklaard, meldt Duinrell. Al op 15, 16 en 17 oktober werd begonnen met de kap in de Noordhoek van het landgoed. Vanwege de herfstvakantie werden verdere werkzaamheden uitgesteld tot maandag. De bomen worden niet alleen door tractors uit het bos versleept. Op plekken waar de voertuigen niet kunnen komen worden vanaf maandag zware werkpaarden ingezet.
Baron Van Pallandt, de overgrootvader van de huidige directeuren Phillip en Roderick van Zuylen van Nijevelt, begon rond 1890 met de aanleg van het bosgebied Duinrell. Het kaphout was onder meer bedoeld als stutmateriaal voor kolenmijnen, wat echter nooit gebeurde. Onder de leiding van Hugo van Zuylen van Nijevelt – inderdaad, de vader van – werd het bos al enkele keren vaker uitgedund. Volgens Duinrell zorgde dit voor een grote verfraaiing. In plaats van het saaie dennenbos kon er door het toegenomen daglicht meer dennenbomen, beuken, eiken, hulstbomen en andere loofbomen groeien. Van Zuylen ging zelf regelmatig het bos in om de bomen die gekapt moesten worden te markeren – zelf noemde hij dit liever 'schilderen met de bij'. "Er moesten keuzes worden gemaakt: een mooie eikengroep instandhouden en vrijstellen ten koste van een aantal dennen, of prachtige, monumentale, oude dennen, die door jonge soortgenoten werden belaagd, vrijstellen", aldus Duinrell.
Nieuws - Laatst gewijzigd: 2011-05-09 10:46:50 · Gepubliceerd: 5 november 2007 - 792