De kroonjuwelen uit de collectie missen
archief oud artikel 12 januari 2009 Enschede, Overijssel Handvaardigheid. Tijdens dat vak leerde je als kind creatief knutselen met touw, karton, ijzer, textiel, hout en veren. Carel Visser genoot waarschijnlijk buitengewoon van dit vak, dat hij zijn hele leven eraan wijdde. De vele kunstwerken van de beroemdste Nederlandse constructieve beeldhouwer zijn tot begin maart te zien in het Rijksmuseum Twenthe.
Carel Visser vierde vorig jaar zijn 80ste verjaardag. Het Rijksmuseum Twenthe vond dit een geldige reden om een keer uit te pakken met een uitgebreide selectie uit zijn oeuvre. Naast kunstwerken uit het depot VBVR (Van Beijeren / Van Ravesteijn) heeft het museum ook bruiklenen van het Rijksmuseum Amsterdam en het Gemeentemuseum Den Haag weten te bemachtigen.
Toch voelt het eindresultaat mager en incompleet. De tentoonstelling toont een eenzijdig beeld van het werk van de kunstenaar. De kunstwerken weten de ziel van de museumbezoeker niet of nauwelijks te slijpen. De grootsheid van werken als Moeder en Kind (2001), Pleinbeeld (1998) en De Poort (1969) ontbreekt. Het grote gat poogt het Rijksmuseum op te vullen met Door (1984), een collage van een tractorband, olievaten, ijzeren staven, struisvogeleieren en een autoruit. Verder slinkt het gat door Acht gestapelde balken (1964), een opstelling die het publiek voor het eerst te zien krijgt. Het 'wow'-gevoel blijft helaas uit.
Kunstwaardig?
In hoeverre de kleine werken kunstwaardig zijn, is moeilijk om te zeggen. De schetsmatige tekeningen uit de begintijd van Visser leveren een goede aanvulling op de tentoonstelling. Ze laten zien hoe de kunstenaar is begonnen. De werken zijn eenvoudig en stijgen niet boven de middelmatigheid uit. De latere - vooral kubistische - werken van ijzer doen dit wel, zoals Attak en de Grote Vier. Een paar resterende collages (Dora op Vlucht, Gorilla) zijn aardig, maar weten niet te imponeren.
Carel Visser is prettig gestoord. Dát laat de tentoonstelling wel zien. En ook nog fantasierijk, creatief en warrig. Door de rijke fantasie is het op het eerste gezicht moeilijk om te zien wat Vissers werk betekent. Het Rijksmuseum plaats hier en daar bijschriften, maar verder dan de titel van het werk gaat het niet. En dat is erg jammer. Neem nu het serviesset Fodor. Visser schildert monsters op schotels, borden en kopjes. Ook staat er op ieder serviesgoed een vlinder. Wat ik me afvraag: staat die vlinder er al standaard op, of heeft Visser die ook geschilderd?
Abstract gevoel
Toch is het misschien ook maar goed dat de bijschriften er niet bijstaan. Als museumbezoeker blijven de werken abstract en zo staat de eigen beleving centraal. Het is alleen jammer dat het museumbezoek daardoor een abstract gevoel achterlaat over de tentoonstelling. "Wat heb je vandaag gezien, schat?" "Ach, iets met een gorilla en wat balken." Tja...
Recensie - Laatst gewijzigd: 2011-05-09 10:46:50 · Gepubliceerd: 12 januari 2009 - 1015