Tsjechische opera: een keer wat anders
archief oud artikel 25 mei 2009 Amsterdam De Tsjechische opera De zaak Makropulos is een merkwaardig stuk en alleen daarom al de moeite van het bekijken waard. Als je dan ook nog eens muziek van hoog niveau krijgt bij De Nederlandse Opera, is het recept voor een boeiende avond compleet.
Wondermiddeltje
Een recept, dat is ook precies waar de opera De zaak Makropulos van de Tsjechische componist Janáček om draait. Operadiva Emilia Marty is dankzij een wondermiddeltje van haar vader 337 jaar oud geworden, en nog steeds ziet ze er goed uit. Maar het middel begint uit te werken en dus gaat ze op zoek naar het recept, om te kunnen blijven leven. In haar zoektocht ontdekt ze dat ze eigenlijk uitgekeken is op het leven. Ze vindt het recept nog wel, maar geeft het weg en sterft.
Spraakzang
Janáček heeft een bijzondere opera van dit al even bijzondere verhaal gemaakt. De componist staat erom bekend een soort ‘spraakzang' te hebben ontworpen. Dat is goed te horen tijdens de première van de opera in Amsterdam. Ondanks dat het in het Tsjechisch is, hoor je echte dialogen tussen de verschillende personages. Het is als een toneelstuk, waarin alleen niet gesproken wordt, maar op natuurlijke wijze gezongen. De best wel moderne muziek van Janáček wordt op deze manier heel toegankelijk en er ontspint zich een spannend verhaal.
Goed bezet
De hoofdrol van Emilia Marty werd gezongen door Cheryl Barker, die dat met verve deed. Ze stond krachtig op het toneel – inderdaad als een vrouw die meer dan 300 jaar de tijd heeft gehad om iedere man de baas te kunnen zijn – en zong minstens even sterk. Met haar stem domineerde ze als een spottende, onverschillige diva alles en iedereen om haar heen. De andere rollen (voornamelijk mannen) waren in dit opzicht goed bezet: ze stonden allemaal een treetje lager dan Barker. Zowel in hun stemomvang als in hun voorkomen. Allen tezamen werden ze prachtig begeleid door het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van Yannick Nézet-Séguin. De jonge Canadees weet wel hoe hij met het stokje moet zwaaien: haarscherp en nauwkeurig werkte hij zich door het stuk heen.
Kale boel
Jammer genoeg was er naast de mooie muziek op het toneel weinig te beleven. Regisseur Ivo van Hove had er een kale, symbolische boel van gemaakt. En die symboliek was niet sterk genoeg om nu echt iets toe te voegen aan het stuk. Gelukkig was de muziek genoeg voor een leuke avond. Zeker voor iemand die eens een andere opera dan de bekende klassiekers wil zien, is het een boeiende avond.
Recensie - Laatst gewijzigd: 2011-05-09 10:46:50 · Gepubliceerd: 25 mei 2009 - 328