archief oud artikel 17 november 2006 Utrecht, Utrecht Geen ideaalbeeld maar de werkelijkheid, dat dreef Franse kunstenaars vanaf 1860. Maar er waren ook andere landschap- en genreschilders. De tentoonstelling 'Franse Passie' laat de interesse zien die er in Nederland was voor de Franse 19e eeuwse schilderkunst. Tot 11 maart 2007 zijn kunstwerken van schilders als Monet, Daubigny en Cézanne uit privé-verzamelingen te zien in het Centraal Museum in Utrecht.
19e eeuwse stromingen
‘Franse Passie' toont rond de 120 schilderijen van 55 kunstenaars uit de periode van ca. 1830 tot 1900. Diverse stromingen kwamen in deze decennia tot bloei. Rond 1830 trokken de eerste kunstenaars naar de landelijke gebieden rond Parijs. Schilderen in de open lucht kreeg namelijk de voorkeur van kunstenaars als Charles Daubigny en Theodore Rousseau. De klassieke 'salon- en genreschilderkunst' wordt in het Centraal Museum vertegenwoordigd door Bouguereau en Bonvin. Bekende schilders als Monet, Gauguin, Cézanne en Sisley werkten volgens modernistische ontwikkelingen in de Franse schilderkunst.
Privé-verzameling
Basis voor de expositie is de Utrechtse Van Baaren collectie, sinds 1980 in beheer van het museum. Deze privé-verzameling werd honderd jaar geleden samengesteld door broer en zus Van Baaren. Met deze collectie als uitgangspunt besteedt 'Franse Passie' aandacht aan de cruciale rol die privé-verzamelaars kunnen spelen voor de collecties van Nederlandse musea.
Passie uitgediept
Een programma rondom de passie voor Frankrijk, haar kunst en het verzamelen diept het thema 'Franse Passie' verder uit. Het bestaat uit een lezing over de Franse 19e eeuwse schilderkunst, een debat over de (politieke) cultuur na de Franse revolutie en een wijnproeverij. Op zaterdag 25 november nemen hedendaagse verzamelaars deel aan het symposium 'Passie voor verzamelen'. Ze geven tips en adviezen en vertellen over hun eigen collectie.
Redactioneel - Laatst gewijzigd: 2011-05-09 10:46:50 · Gepubliceerd: 17 november 2006 - 2005
