door

De Wieden per kano

Kanovaren door de natuur

archief oud artikel 18 april 2007 Ossenzijl, Overijssel Wie lekker van het voorjaar wil genieten én waterplezier wil hebben, moet gaan kanoën in De Wieden. Het Overijsselse natuurgebied biedt de varende bezoeker een scala aan natuurschoon. Geluksvogels stuiten tijdens de tocht misschien op een zingende grote karekiet, een zeldzame broedvogel in Nederland, of op een spartelende visotter.

Hotel

"Als je een kanotocht mocht vergelijken met een hotel is dit wel een viersterrentocht! Zonder overdrijven kan ik stellen dat dit één van de mooiste gebieden in Nederland is" roemt de schrijver van Charlie's Homepage. Wie wel eens in het Nationaal Park is geweest, kan die woorden alleen maar beamen. De Wieden zijn inderdaad een stukje natuurschoon dat je in Nederland nog maar weinig vindt. Visotters bijvoorbeeld. De rappe beestjes zijn in 2002 uitgezet. Het moet gezegd worden, de kans dat kanoërs dit zoogdier tegenkomen is echter niet groot. Groter is de kans om bijvoorbeeld een purperreiger te komen. Deze sierlijke, bruinige neef van de blauwe reiger is rietbewoner die zich bij tijd en wijle goed laat zien.

Gesmeerde boterhammen

De vele watergangetjes en kleine slootjes maken het natuurgebied tot een ideale omgeving om te kanoën. Om je heen zie je gele rietvelden, groene hooilanden, kwakende kikkers en open water. En bij mooi weer een strakblauwe lucht. Wegdromen kan hier goed. De ANWB heeft dan ook enkele kanoroutes uitgezet, onder meer een route van 8 en een route van 15 kilometer. Onderweg zijn er in deze waterrijke omgeving rustplekken waar je het voorjaar op je af kan laten komen, terwijl naast je in het gras de kan koffie en gesmeerde boterhammen klaarstaan.

Ribben

De Wieden ontstonden door vervening – omzetten van veengrond naar landbouwgrond. Verveners baggerden kanalen van ongeveer dertig meter breed door het veen. Die kanalen worden ook wel trekgaten genoemd. Daartussen hielden de Overijsselse boeren het land intact zodat het veen kon drogen. Die akkers hebben de naam legakkers of ribben gekregen. Met ruig weer verdwenen de legakkers onder water. Daardoor en door de de vervening ontstonden er ruime plassen, ook wel wijde – uitgesproken als wiede - genoemd. De Beulakerwijde en Belterwijde zijn er voorbeelden van. Ook De Wieden zelf dankt daaraan haar naam. De sloten maken het gebied dan ook ideaal om te kanoën. Kanoërs kunnen met een grote lus om de Beulakerwijde en de Belterwijde heen varen. Ze komen dan langs dorpjes als Zwartsluis, Dwarsgracht, Giethoorn en Belt-Schutsloot.

'Oneindige kanotocht'

Het nationaal park organiseert samen met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten twee keer een 'Oneindige kanotocht'. De toch begint in De Wieden. De volgende dag gaat ook door De Wieden, maar nu gaat de route tevens over grote wateren en meren. De derde en vierde dag wordt er gevaren en overnacht in De Weerribben om de kanotocht te eindigen in Ossenzijl. Tijdens de meerdaagse tocht s koken deelnemers hun maaltijd bij 's avond de tent. Daarna gaan ze in de natuur op zoek naar dieren en hun sporen, bijvoorbeeld door met de batdetector naar vleermuizen zoeken. De tochten vinden twee keer plaats: van 8 juni tot en met 1 juli en van 13 tot en met 16 september. Er is plek voor maximaal 15 personen per kanotocht.

Redactioneel - Laatst gewijzigd: 2011-05-09 10:46:50 · Gepubliceerd: 18 april 2007 - 2873