door

Herinneringen aan Sobibor

archief oud artikel 11 juni 2007 Groesbeek, Gelderland Vanuit het doorgangskamp Westerbork werden van 2 maart 1943 tot 20 juli 1943 34.313 Nederlandse joden vervoerd naar het Poolse vernietigingskamp Sobibor. Slechts 18 overleefden de oorlog. Om de herinnering levend te houden toont het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 de tentoonstelling 'Uit de as van Sobibor'. Het Museum van het voormalige concentratiekamp bouwde de expositie die tot 30 september 2007 is te zien in Bevrijdingsmuseum in Groesbeek.

Geheimen

De oorlog kende vele geheimen. De grootste was misschien wel de situatie van joodse burgers in Europa, en hun transport en dood in vele concentratiekampen. De tentoonstelling 'Uit de as van Sobibor' wil wederom vertellen wat wij nu niet mogen weten. Dit gebeurt aan de hand van verhalen van de enkele overlevenden en de weinige resten die zijn teruggevonden. Zoals wat handtasjes, enkele kaarten, die Nederlanders naar achtergebleven familieleden in Westerbork wilden sturen, een kam en een brillenkoker. "De reizende tentoonstelling is schitterend vormgegeven en trok tot nu toe al ruim 80.000 bezoekers", aldus een positieve organisatie. Na Groesbeek vertrekt 'Uit de as van Sobibor' naar het buitenland.

Ontsnapping

Onder leiding van Leon Feldhendler en Alexander Pechersky kwam er een verzetsgroep tot stand in de zomer van 1943. Dit resulteerde in een opstand op 14 oktober 1943, vooral bekend geworden door de film 'Escape from Sobibor'. Driehonderd gevangenen wisten het kamp te ontvluchten maar de meesten kwamen niet ver. De 82-jarige Juul Schelvis is één van de tien gevangenen die de ontsnapping overleefden. "Sobibor was het pure kwaad, dat mag nooit vergeten worden. Daarom is zo'n herinneringsplek voor nabestaanden over de hele wereld belangrijk", zei hij bij de opening van de tentoonstelling in Groesbeek. De opstand had tot gevolg dat het vernietigingskamp werd gesloten. De Nazi's deden hun grootste best om alle sporen uit te wissen. Alleen een wachttoren en wat hekken bleven over. De tentoonstelling wil met de weinige resten die nog over zijn de verschrikkingen reconstrueren.

Vernietigingskamp

Sobibor was een van de grootste vernietigingskampen uit de Tweede Wereldoorlog. Het werd in 1942 gebouwd in de buurt van Poolse Chelm. Bij aankomst werd een groot gedeelte van de getransporteerde joden gelijk de gaskamers ingeloodst. Slechts enkele werden aangesteld als arbeider. "In dit kamp zijn in ruim een jaar tijd ca. 250.000 mensen vermoord, voornamelijk joden en ook Roma en niet-joodse Polen", vertelt het Bevrijdingsmuseum. Eenderde van de gedeporteerde Nederlandse Joden vond de dood in dit kamp.

Meer onderzoek op de plek van het kamp zorgde recent voor de vondst van een aantal asvelden met menselijke resten. De Gelderse gedeputeerde Hans Esmeijer beloofde tijdens de opening van de tentoonstelling op 6 juni dat het ministerie van OCW de Poolse overheid helpt om van Sobibor een herinneringsplek te maken. "Omdat deze vondst internationaal belangrijk is, heeft Gelderland het Rijk ingeschakeld", aldus Esmeijer. Gelderland onderhoudt een vriendschappelijke band met de Poolse provincie Lubelskie, waar Sobibor ligt. Enkele jaren geleden besloot de provincie Lubelskie te gaan helpen met de renovatie en uitbreiding van het museum bij het voormalige concentratiekamp Sobibor.

Redactioneel - Laatst gewijzigd: 2011-05-09 10:46:50 · Gepubliceerd: 11 juni 2007 - 2732